BUITENLANDSE ZIEKTES:

Al onze honden zijn, wanneer ze naar Nederland komen voor een jaar volledig gevaccineerd en dit moet jaarlijks herhaald worden.

Bij honden die 7 maanden of ouder zijn wordt er een bloedtest afgenomen in Griekenland wanneer ze volgroeid zijn en hun bloedwaardes niet meer veranderen zoals bij opgroeiende pups. Voor adoptanten waar hun hond met 3,75 maanden tot 7 maanden naar Nederland reizen, raden we aan, om alles uit te sluiten, een bloedtest te doen wanneer ze 7 maanden of ouder zijn in Nederland.

De honden die een bloedtest krijgen worden getest op drie buitenlandse ziekten: Leishmania, Erlichia en Babesia.

Wanneer er uit de bloedtest komt dat een hond positief getest is op 1 of meerdere ziektes wordt meteen met de behandeling begonnen voor de desbetreffende ziekte in Griekenland.

Leishmania:
Leishmania wordt overgebracht door een zandvlieg (een klein soort mug). De zandvlieg leeft in warme gebieden met een humusrijke grond (bos). De zandvlieg prikt bloed tijdens zonsondergang en zonsopgang. Overdag rusten de zandvliegen op donkere en vochtige plaatsen, vooral in kieren en holen in stenen wanden, houtstapels, kelders of donkere opslagplaatsen bij huizen en stallen.

Om met Leishmania besmet te worden moet het minimaal 18 tot 22°C zijn, anders zijn er geen actieve zandvliegjes. In de Zuid-Europese gebieden loopt het risicoseizoen van april tot november, maar dat kan per jaar en per gebied verschillen.

Buiten Europa komt Leishmania ook voor in delen van Azië en Zuid- en Midden-Amerika. Op de Nederlandse Antillen zien we geen Leishmania, omdat de zandvlieg er niet voorkomt Ze komen niet voor in Noord-Europa.

Een dier dat Leishmaniose heeft en in Nederland woont kan de ziekte niet overdragen op andere dieren. De enige manier om in Nederland Leishmania te krijgen is via de moederhond (in de baarmoeder), via een bloedtransfusie of via seksueel contact. De kans dat een hond op deze manier geïnfecteerd wordt is echter klein.
Een dier met Leishmaniose welke in Nederland behandeld wordt betere kansen op “genezing”en overleving omdat er geen herinfectie kan optreden, immers de mug komt hier niet voor.

Om te kijken of een dier Leishmaniose heeft wordt er een bloedtest gedaan en wordt er een titerwaarde vastgesteld.

Een titerwaarde is: een meting van antilichamen die aangemaakt zijn om te vechten tegen de vijand: de parasiet. Zelfs wanneer de parasiet zich niet meer vermenigvuldigd en in ruste is in het lichaam houdt het dier de antilichamen voor het geval het dier weer in contact komt met de parasiet. Zo kan het zijn dat de titerwaardes pas dalen als een aanzienlijke tijd verstreken is (dit kan jaren zijn) en zolang de hond niet weer in contact komt met de parasiet. Een meting van het immuunrespons van het dier, hoe hoger de waarde, hoe sterker de immuunrespons een indicatie van het aantal parasieten die in het lichaam circuleren bij een eerste bloedtest.

De hoogte van de titerwaarde zegt niet zozeer iets over de ernst van de ziekte maar geeft eerder informatie over de verstreken tijd vanaf het moment dat het dier voor het eerst in contact is gekomen met de parasiet.

Een hogere titerwaarde wil dus niet persé zeggen dat de hond ook ernstiger ziek is. Hoe hoger de titerwaarde betekent meestal des te langer het dier is geïnfecteerd door de parasiet.

Dierenartsen en eigenaren verwachten dat na behandeling de titerwaardes zullen gaan dalen. Het geeft vaak verwarring als dit niet het geval blijkt te zijn en de waardes hetzelfde zijn of nauwelijks zijn gedaald.

Men heeft dan de neiging om te geloven dat de behandeling heeft gefaald.

Symptomen van Leishmania

Het kan 3 maanden tot jaren duren voordat een hond ziek wordt van Leishmania. Niet elke hond wordt ziek na besmetting met Leishmania.

Op de plek waar de zandvlieg gebeten heeft, kunnen rode bultjes of kleine zweren ontstaan. De typische plaatsen van zandvliegbeten zijn de oorschelpen, de neus en de buikwand. De bultjes of zweren houden meerdere weken aan en verdwijnen dan zonder behandeling. Deze afwijkingen zien we vaak niet. Als er op dit moment bloedonderzoek wordt gedaan, kan de infectie nog niet worden aangetoond. Ongeveer een kwart van deze honden wordt later wel seropositief.

De eerste symptomen van Leishmania zijn vaak:

Enkele of meerdere duidelijk vergrote lymfeknopen

Gewichtsverlies, spierafbraak

Slechte eetlust of helemaal niet willen eten

Verzwakking

Indien onbehandeld nemen de klachten toe

Huidproblemen zoals kaalheid, roos, toename van het eelt aan de neus, lange afwijkende nagels, en wonden op de overgang van huid naar slijmvlies. Huidklachten komen aan beide kanten voor en gaan vaak niet gepaard met jeuk.

Bloedneuzen

Bloederige urine

Braken en diarree

Gewrichtsontsteking (polyarthritis)

Ontstoken ogen (buiten- en binnenzijde)

Nierontstekingen (eiwit in urine, tot nierfalen)

Hersenverschijnselen

Vergrote milt

Behandeling: Er zijn 2 medicijnen waarmee de hond kan worden behandeld: Allupurinol en Miltoforan.

Miltefosine (Milteforan®): drank, vloeibaar , eenmaal daags gedurende 4 weken. Bijwerkingen zoals braken, diarree en verminderde eetlust in wisselende ernst zijn gemeld, maar deze zijn te voorkomen door het middel toe te dienen gelijk of meteen na de voeding.

Met het medicijn Milteforan doden we direct de parasiet en wordt het aantal parasieten die in het lichaam circuleren minder. Milteforan is erg belastend voor het dier en kan daarom maar kort gebruikt worden.

Mocht U een hond met leishmania adopteren, zijn er bij onze stichting de juiste medicijnen te verkrijgen, tegen een gereduceerd tarief.

Omdat de parasiet moeilijk te dodenen in ruste kan worden gebracht, is dat de voornaamste reden dat een dier voor langere tijd behandeld wordt met Allopurinol.

Allopurinol: tabletten, 1 á 2x daags gedurende 6 tot 8 maanden (is gewicht gerelateerd). Allopurinol is niet geregistreerd voor gebruik bij de hond. Het kan nierstenen geven (komt zelden voor).

Naast de bestrijding van de parasiet moeten de klinische klachten ook op andere manieren behandeld worden. Bij honden met eiwit in de urine kan een gerichte behandeling nierfalen mogelijk voorkomen. Na aanvang van de therapie kan vaak binnen enkele weken een verbetering worden waargenomen, maar volledig klinisch herstel wordt pas na meerdere maanden bereikt.
Wanneer er een behandeling met het medicijn Allopurinol ingezet wordt kan de parasiet zich niet meer vermenigvuldigen in het lichaam van het dier. Het immuunsysteem van het dier wordt in werking gesteld en zal proberen de parasieten te doden.

Niet elke hond met antilichamen tegen Leishmania wordt ziek, het betekent alleen dat uw hond antilichamen heeft aangemaakt (we noemen dit een positieve titer of noemen de hond seropositief).
Met de gebruikte medicijnen kunnen we ook niet alle parasieten helemaal en definitief uitroeien, maar we kunnen de ziektesymptomen wel goed tegengaan en de parasieten in ruste brengen.

Aan te raden is om elk half jaar/jaar een bloedtest te laten doen om te kijken of de waardes gedaald, hetzelfde of toch verhoogd zijn.(De test zelf kost rond de 150 euro excl. andere kosten)

Tegelijk met deze bloedtest kan ook een test gedaan worden om te kijken naar de nierwaardes dmv een urinetest. De Leismania kan namelijk oa de nieren aantasten.

Door regelmatig een bloedtest te laten doen en goed naar de hond te kijken of er veranderingen optreden dmv symptomen die wellicht met Leishmania te maken hebben, kan de ziekte goed onder controle blijven en zelfs niet meer terugkomen.

De hond zal altijd drager blijven van de parasiet als deze in ruste is, ook al is hij/zij negatief getest, maar door de hond regelmatig te controleren dmv een bloedtest en kijken naar veranderingen in gedrag/symptomen kunnen ze door de juiste verzorging, controle en medicatie een lang leven voor zich hebben. Leishmania hoeft niet te betekenen dat een hondje levensbedreigend ziek is.

Het is vooral belangrijk om een hondje, welke Leishmania heeft een zorgeloos, niet stressvol leven te geven !

Mee doen aan het Leishmania onderzoek in Nederland?

Wij zijn benaderd door Universitair Diergeneeskundig Centrum Utrecht. Zij doen onderzoek naar vector-overdraagbare infectieziekten, zoals Leishmania, bij geïmporteerde (zwerf)honden uit Zuid-Europa. Op basis van leeftijd komt een gedeelte van onze geadopteerde hondjes hiervoor in aanmerking. Wij denken dat het erg zinvol is om hieraan mee te werken, maar dat mogen jullie natuurlijk zelf beslissen. Hieronder zijn wat documenten ter informatie van het onderzoek. Lees het rustig door en als jullie interesse hebben, kunnen jullie een mail sturen naar ProjectLeishmania@uu.nl

Project Leishmania Universitair Diergeneeskundig Centrum Utrecht.pdf

Erlichia
Ehrlichiose is een ziekte die wordt veroorzaakt door een ricketsia (Ehrlichia) in de witte bloedcellen. Dit organisme (iets tussen een virus en bacterie in) wordt overgebracht door dezelfde teken als Babesia canis. Ricketsia leven in de cel van de gastheer.

Deze teken komen van oorsprong niet in Nederland voor. Honden lopen het dus meestal op na een verblijf in warmere landen zoals Zuid- en Oost Europa en de Antillen

Erlichia is goed te behandelen en kunnen genezen van acute Ehrlichiose. Het is verstandig om de hond na het klinisch herstel te blijven volgen en de ziekte in de subklinische fase te behandelen, voordat de hond chronisch ziek wordt.

Symptomen Ehrlichia

– Acute Ehrlichiose

Houdt ongeveer 1 tot 3 weken aan.

Koorts, sloom, slechte of afwezige eetlust.

Benauwdheid.

Vergrote lymfeknopen en een vergrote milt.

Bloedneuzen, bloedingen in huid en slijmvliezen.

Braken.

Verlaging van de hoeveelheid bloedcellen (rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes).

– Subklinische fase

Houdt weken tot vele jaren aan.

Hond lijkt klinisch gezond.

Verlaging van de hoeveelheid bloedplaatjes (kunnen we via bloedonderzoek zien).

Verhoging ontstekingseiwitten (kunnen we via bloedonderzoek zien).

– Chronische Ehrlichiose

Koorts, sloom, slechte eetlust, afvallen.
o
Longontsteking.

Vergrote lymfeknopen en milt.

Bloedingen in huid en slijmvliezen.

Bloedneuzen.

Bloed bij de urine.

Bleke slijmvliezen.

Verdikte achterpoten en scrotum.

Oog- en neusuitvloeiing.

Ontstekingen in de ogen (pijn, slechtziend, blindheid).

Nierontsteking en nierfalen.

Kreupelheid door spier- en gewrichtsontsteking.

Zenuwen en hersenen kunnen aangetast raken.

De diagnose Ehrlichia wordt vastgesteld met bloedonderzoek.

Eén tot vier weken na blootstelling worden honden seropositief: het lichaam heeft antistoffen aangemaakt tegen de parasiet. De hond blijft daarna seropositief. Als we de antistoffen in het bloed vinden, bewijzen we daarmee, dat de hond ooit Ehrlichia heeft gehad.
Het bewijst niet dat Ehrlichia de oorzaak is van de huidige klachten.

Om de parasiet te vinden die Ehrlichiose veroorzaakt, gebruiken we de PCR test. Dit is een test, waarbij we het DNA van de parasiet aantonen. Een PCR test toont de parasiet zelf aan.
Een negatief PCR-resultaat sluit deze echter niet uit.

Ervaren laboranten zien bij 60% van de patiënten de parasiet in de betreffende witte bloedcellen (uit bloed of lymfeknopen). Dit kan met name in een vroeg stadium van de infectie.

Behandeling Ehrlichia hond

Ehrlichia wordt meestal behandeld met Doxycycline. De gemiddelde behandeling duurt 4 weken. Honden die al heel lang besmet zijn, moeten vaak ook heel lang antibiotica krijgen.

Babesia
Babesiose is de ziekte die wordt veroorzaakt door de bloedparasiet Babesia. De parasiet wordt overgebracht door teken die in warmere landen wonen.

1-3 weken na infectie krijgt de hond koorts, bloedarmoede en hij plast roodbruine urine. Sommige honden worden pas maanden later ziek.

Babesiose is goed te behandelen en kunnen genezen van Babesia. Bij chronische Babesiose blijven sommige honden klachten houden.

Babesia wordt overgebracht door teken. U verkleint de kans op Babesiose door uw hond dagelijks te controleren op teken en deze meteen te verwijderen. Babesia kan ook worden overgebracht van teef op pup, door bloedtransfusie en door bijtwonden.

Symptomen Babesia hond

Babesia is een parasiet van de rode bloedcel. De parasiet vermenigvuldigt zich in de rode bloedcel. Als de rode bloedcel hierdoor kapot gaat, besmet de parasiet een volgende rode bloedcel.

Bij de acute ziekte (1-3 weken na de tekenbeet) zien we:

Matige tot hoge koorts

Lusteloosheid

Slechte tot afwezige eetlust

Geelzucht

Braken

Rood gekleurde urine

Bloedarmoede

Shock

Nierfalen

Hersenverschijnselen

Maagdarmklachten

Overlijden

Bij de chronische ziekte zien we:

Matige sloomheid

Terugkerende koorts

Bloedarmoede

Spierontstekingen

Gewrichtsontstekingen

Diagnose Babesia hond

De diagnose stellen we door middel van bloedonderzoek:

De parasiet kan zichtbaar zijn onder de microscoop. Hij zit in een rode bloedcel.

De parasiet kan zichtbaar worden gemaakt met PCR, een laboratoriumtest.

De afweerreactie van het lichaam is te meten vanaf 2 weken na de infectie. We meten dan de antilichamen tegen Babesia. Een seropositieve hond is (ooit) in aanraking is geweest met Babesia. Als we met een positieve test de parasiet hebben gevonden, wil dat niet altijd zeggen dat Babesia de oorzaak is van de problemen op dit moment.

Behandeling Babesia hond

Erg zieke honden worden opgenomen voor infuus en/of bloedtransfusie.

De parasiet kan worden gedood met Imidocarb, een zeer pijnlijke onderhuidse injectie. De injectie dient na 2 weken herhaald te worden.
Binnen een uur na de injectie kan een hond overmatig gaan speekselen. Hij kan benauwd worden, gaan braken en diarree krijgen. Om bijwerkingen te verzachten kan atropine worden toegediend.

Soms wordt, in afwachting van de resuslaten van het onderzoek, gestart met doycycline tegen Ehrlichia of Anaplasma, die kunnen worden overgebracht door dezelfde teek.